Caspar Kruse III; een project
Mijn band met Caspar Kruse III
Soms word je
gegrepen door een naam in een oud document, een krul in een handschrift, een
datum met een randje bloed. Voor mij was dat het geval met Caspar Kruse. Zijn
naam duikt op in kronieken, procesakten, en parochieregisters uit het
zeventiende-eeuwse Goslar – telkens verbonden aan executies, folteringen, en
duistere taken. Wat begon als een genealogische zoektocht naar mijn voorouders,
werd een literaire reis naar een tijd waarin rechtspraak rauw was, en het kwaad
soms een wettelijk uniform droeg.
Caspar Kruse
III is mijn voorvader. Een rechtstreekse lijn leidt van hem, Scharfrichter in
Goslar van ongeveer 1630 tot 1681, via zijn zoon Hans Christoph, naar
generaties Kruses die later naar Nederland trokken – uiteindelijk tot aan mijn
eigen ouders. Ik ben, vanaf hem gerekend, de 11e generatie. Zijn
leven is niet zomaar familiegeschiedenis: het is een venster op een wereld
waarin recht, geloof, geweld en familie door elkaar liepen. En waarin één man,
belast met de zwaarste plichten van de stad, zijn weg moest vinden tussen
gehoorzaamheid en wroeging.
Dit project
is mijn poging om Caspar opnieuw tot leven te wekken. Niet als monster, niet
als heilige, maar als mens. Ik geef hem een stem – en via die stem wil ik de
wereld tonen waarin hij leefde: een wereld van pest en oorlog, van
heksenvervolgingen en religieuze strijd, van armoede en angst, maar ook van
dagelijkse rituelen, vaderlijke liefde, en innerlijke twijfel.
Waarom een
roman op basis van fictieve dagboeknotities? Omdat feiten alleen niet genoeg zijn. Omdat archieven zelden spreken
over dromen, schuldgevoelens of de geur van bloed op iemands handen. Omdat ik
wil begrijpen, niet alleen weten. Daarom koos ik voor een dagboekroman: een
fictieve maar historisch onderbouwde stem van Caspar zelf, die verslag doet van
zijn werk, zijn gezin, zijn geweten.
Mijn bronnen
zijn breed: stadsarchieven, rechtshistorische literatuur, kronieken,
rekeningen, en ook de mythen van de streek, het volksgeloof, de taal van
predikanten. Ik probeer Caspar op te roepen in geur, geluid, ritme en gevoel.
Zijn stem zal nooit letterlijk teruggevonden worden – maar misschien kan ik hem
benaderen.
Reacties
Een reactie posten