Uit het Dagboek van Scharfrichter Caspar Kruse III : Goslar, 5 januari 1631 – Mijn zoon is geboren

 Vandaag, bij het aanbreken van de ochtend, is mijn zoon ter wereld gekomen.

Anna had mij in de nacht gewekt, haar adem zwaar, haar handen koud van inspanning. De vroedvrouw, Frau Linneke, was al op tijd gekomen, en ik had het vuur hoger gestookt, doeken gereedgelegd, water gehaald. Maar verder stond ik daar – machteloos en zwijgend – in de hoek van de kamer, zoals ik zo vaak moet zwijgen bij het werk. Maar deze stilte was anders. Mijn hart sloeg onregelmatig, sneller dan ik ooit gevoeld had bij het aanzicht van het zwaard of het rad.

En toen kwam hij. Kort na het zesde uur. Een schreeuw, scherp als een trompetstoot bij dageraad, en daar was hij: mijn zoon. Mijn zoon!

Een warme, blozende jongen, luidruchtig en levendig, met rode wangen en een sterke greep om mijn vinger. Hij is gezond. Hij leeft. En Anna leeft ook, God zij geprezen. Zij glimlachte, uitgeput maar stralend, en noemde hem ‘onze kleine held’. Ik heb haar hand gekust en kon niets zeggen.

We hebben hem Hans Caspar genoemd, naar mijn schoonvader, mijn vader en naar mijzelf, opdat de naam niet verloren gaat en het ambt, mocht het zo zijn, door hem gedragen wordt met waardigheid.

Nu ligt hij te slapen in het wiegje dat ik afgelopen maand nog zelf heb getimmerd. Zijn adem gaat rustig, en ik zit naast hem met de ganzenveer in mijn hand, beseffend dat niets in mijn leven mij zwaarder zal wegen dan dit: vader zijn. Niet het zwaard, niet de galg, niet de folterbank. Maar dit kleine mensenkind, dat voortkwam uit onze liefde en dat mij nu aankijkt met ogen die de wereld nog niet kennen.

Ik voel dankbaarheid. Een diepe, stille dankbaarheid die mij tot tranen toe roert. Anna heeft dapper gestreden. Zij is nu moeder, en ik ben vader.

Laat mij hem leren wat recht is. Laat mij hem sparen voor wat ik moest dragen. Laat ons, zo God het wil, hem grootbrengen in vrede, in geloof, en met open hart. Ik bid tot de Heer dat ik mijn taak waardig zal vervullen.

Ik ben geen jonge man meer, maar vandaag voel ik mij herboren. Een nieuwe naam klinkt in dit huis. En met hem: een nieuw begin.




Reacties

Populaire posts van deze blog

Uit het Dagboek van Scharfrichter Caspar Kruse III : Goslar, 2 april 1641 – De kat in de hoek

De Zoektocht

Uit het Dagboek van Scharfrichter Caspar Kruse III : Goslar, 13 maart 1635 – Klokken voor de Keizer