Uit het Dagboek van Scharfrichter Caspar Kruse III : Goslar, 20 december 1635 – Anna Maria

 Vandaag is onze dochter geboren. Een meisje. Onze eerste. En wat voor een: fors van gestalte, met een krachtige ademhaling, een kleur als van appelbloesem in het voorjaar en ogen die nog troebel kijken maar waarin iets doordringends schuilt. We hebben haar de naam Anna Maria gegeven, naar mijn vrouw en naar de moeder Gods. Om haar te zegenen met de deugdzaamheid van de één en de heiligheid van de ander.

Het was vroeg in de ochtend, nog donker buiten. De sneeuw had zich als een zachte deken over de Rosenberg gelegd, en in huis brandde enkel het haardvuur. Anna had de avond ervoor nog het linnen uitgespoeld en de soep voor morgen voorbereid, alsof ze wist dat haar tijd nabij was maar zich er niet aan wilde overgeven. Zij heeft, tot mijn verbazing, tot de laatste dagen toe haar taken gedaan zonder klagen – alsof haar lijf sterker was dan de maanden die het droeg.

Toen haar weeën begonnen, stuurde ik knecht Bastian naar de vroedvrouw. Hij rende de Rosentorstraße af, in zijn winterjas, en binnen het uur stond zij bij ons binnen. Haar handen koel, haar blik nuchter. Geen gedraai, geen poespas – ik hou van zulke vrouwen. Anna klemde zich aan de houten bedrand vast, haar ogen als vuurstenen. Geen kreet kwam over haar lippen tot het eind. En toen… een gil, een zucht, een laatste duw, en daar was ze. Glibberig, warm, levend. Een dochter. Mijn hart bonsde harder dan ooit tevoren. Ik, die zonder aarzeling een mensenhoofd van de romp kan scheiden, stond daar met trillende knieën.

De vroedvrouw toonde haar eerst aan Anna, die haar met een moe maar verrukt gezicht aan haar borst trok. Daarna gaf ze haar aan mij. Ik nam haar in mijn armen – nog gewikkeld in doeken, de navelstreng al doorgeknipt – en voelde haar gewicht. Het was geen veertje. Deze dochter is stevig, een kind met kracht. Anna Maria zal haar mannetje staan, dacht ik onwillekeurig. En toen schaamde ik mij, want ik dacht aan haar toekomst alsof die een strijdveld zou zijn, zoals het mijne. Mag zij een vreedzamer pad bewandelen.




Reacties

Populaire posts van deze blog

Uit het Dagboek van Scharfrichter Caspar Kruse III : Goslar, 2 april 1641 – De kat in de hoek

De Zoektocht

Uit het Dagboek van Scharfrichter Caspar Kruse III : Goslar, 13 maart 1635 – Klokken voor de Keizer